Genesis 41:6

7) oostenwind

De eigenschap van den oostenwind is de vruchten te verbranden en te verzengen, inzonderheid in die landen. Zie Ezech. 17:10, en Ezech. 19:12; Hos. 13:15.

Eze 17.10 19.12 Ho 13.15

Exodus 10:13

15) een oostenwind in dat land,

Die in die landen zeer sterk waait, zodat hij grote schepen in stukken breekt. Zie Exod. 14:21; Num. 11:31; Ps. 48:8.

Ex 14.21 Nu 11.31 Ps 48.7

John 3:8

13) De wind

Grieks de geest; dat is de wind, gelijk uit het navolgende blijkt.

14) blaast, waarheen

Of, waait.

15) geluid; maar

Grieks stem.

16) van waar hij

Dat is, vanwaar hij gedreven wordt, waar hij zijn begin heeft, of zijn einde neemt.

17) alzo is een iegelijk,

Dat is, des Geestes werkingen wordt gij wel gewaar, maar hoe het toegaat begrijpt gij niet; Pred. 11:5.

Ec 11.5
Copyright information for DutKant