Genesis 42:33
41) neemt voor Hebr. neemt den honger uwer huizen; zie boven, Gen. 42:19. Ge 42.19 Genesis 43:5-7
7) dat gij dien Of, dien man te kennen gevende, dat gij nog een broeder hadt. 8) vraagde Hebr. vragende vraagde hij. 9) volgens Hebr. naar den mond derzelver woorden; dat is, naar den eis der woorden, die hij ons voorgesteld had. 10) hebben wij Hebr. zouden wij wetende weten.
Copyright information for
DutKant