Genesis 6:12

29) als het vlees

Dat is, alle mensen; alzo moet men het woord vlees ook nemen, Jes. 40:6; Ps. 78:39, en elders.

Isa 40.6 Ps 78.39

30) zijn weg

Dat is, zijn voornemen, zeden, leven en wandel. Alzo Job 23:10; Ps. 1:1; Spreuk. 12:25, enz.

Job 23.10 Ps 1.1 Pr 12.25

Exodus 32:7

13) uw volk,

God acht het volk van Isra‰l niet waardig dat Hij het langer zijn volk noemen zou, dewijl het zichzelven een kalf tot zijn God gemaakt had.

14) heeft het verdorven.

Anders, heeft zich verdorven; dat is, het heeft zich door zijn afgoderij in het verderf gebracht.

Deuteronomy 31:29

41) zekerlijk zult verderven,

Hebreeuws, verdervende zult verderven.

42) dit kwaad

Versta, het kwaad der straf, of allerlei plagen, die boven verhaald zijn.

43) kwaad is in de ogen des HEEREN,

Versta, het kwaad der zonde.

Copyright information for DutKant