Genesis 7:11

16) In het zeshonderdste jaar

Gelijk boven vs. 6. Dit was 1656 jaren na de schepping der wereld.

Ge 7.6

17) in de tweede maand,

Welke deze geweest is, daarvan is twee‰rlei gevoelen, omdat de Hebre‰n het jaar op twee‰rlei wijze begonnen zijn: in heilige zaken met de maand Nisan, merendeels overeenkomende met onzen Maart, wanneer de dagen en nachten even lang zijn; in burgerlijke zaken met de maand Tisri, vallende meest in September, wanneer wederom de dagen en nachten even lang zijn. Van welk jaar deze tweede maand te verstaan is, laten wij aan het oordeel van den verstandigen lezer.

18) groten afgronds

Dat is, der diepe wateren, besloten in de holligheden der aarde, waaruit alle fonteinen, rivieren, stromen en watervloeden voortkomen.

19) sluizen

Of, vensters; aldus worden de regenwolken genoemd, hier en onder Gen. 8:2; 2 Kon. 7:2,19; Jes. 24:18; Mal. 3:10.

Ge 8.2 2Ki 7.2,19 Isa 24.18 Mal 3.10

Revelation of John 9:1-2

1) ik zag een ster, gevallen

Enigen verstaan door deze ster Mohammed met zijn aanhang, die omtrent het jaar 620 zijn ongoddelijke leer uit het Jodendom, Heidendom en Christendom bijeen geraapt heeft, en uit den put van den afgrond te voorschijn gebracht, en daarna door zijne Arabieren en Saracenen, gelijk gewapende sprinkhanen, door een groot deel der wereld, ten dele met bedrog, ten dele met geweld heeft voortgeplant, gelijk zulke heirlegers bij sprinkhanen worden vergeleken; Richt. 7:12, en Jes. 334; Jo‰l 1:4, en Jo‰l 2:4, enz., uit welke plaatsen deze beschrijving merendeels is genomen. Doch daar in dit boek door sterren alom opzieners en leraars der Kerk verstaan worden, gelijk verklaard wordt Openb. 1:20, zo wordt hier veel geschikter de bisschop van Rome met zijn aanhang verstaan, die zichzelf voor een algemeen bisschop onder de christenen omtrent dien zelfden tijd heeft opgeworpen, welke na den ondergang van het Romeinse rijk, in plaats van de geestelijke zorg alleen te betrachten, zich meer tot aardse en wereldse zorgen heeft begeven, en een nieuwe heerschappij opgericht en daarom gezegd wordt uit den hemel op de aarde gevallen te zijn.

Jud 7.12 Joe 1.4 2.4 Re 1.20

2) de sleutel van den put

Dat is, de macht om den put of het diepste des afgronds, [dat is der hel, Luk. 8:31] te openen, waaruit deze dikke rook is opgegaan; welke macht door een rechtvaardig oordeel Gods over de ondankbaarheid der mensen hun is gegeven, gelijk hierna Openb. 9:4,5 ook wordt gesproken; en gelijk Paulus spreekt 2 Thess. 2:9,10,11.

Lu 8.31 Re 9.4,5 2Th 2.9,10,11
3) rook opgegaan uit den put,

Dat is, valse en afgodische leer, die Paulus, 1 Tim. 4:1, noemt leringen der duivelen, bestaande in het verbod van het huwelijk en van het gebruik der spijzen, die God geschapen heeft om met dankzegging te genieten, als ook van afgoderij, beeldendienst, eigen verdiensten en voldoening en andere bijgelovigheden, gelijk hierna Openb. 9:20 wordt uitgedrukt.

1Ti 4.1 Re 9.20

4) en de zon en de lucht

Dat is, van Christus en Zijn leer, gelijk hiervoor Openb. 8:12, en elders meer.

Re 8.12
Copyright information for DutKant