Genesis 8:1

1) gedacht

Menselijker wijze van God gesproken. God wordt gezegd te gedenken, als Hij na enig uitstel, •f zijne weldaden bewijst, onder Gen. 19:29; Exod. 32:13; Nehem. 13:14,22; Job 14:13; Hos. 9:9; Openb. 18:5.

Ge 19.29 Ex 32.13 Ne 13.14,22 Job 14.13 Ho 9.9 Re 18.5

Genesis 19:29

52) gedacht,

Eensdeels aan Abrahams voorbede. Zie boven Gen. 18:23,24. Anderdeels aan zijn beloften. Zie boven Gen. 12:3.

Ge 18.23,24 12.3

53) in welke

Dat is, in welker ene. Zie dergelijke manier van spreken, boven Gen. 18:9, en Gen. 19:12; Jona 1:5; Matth. 27:44.

Ge 18.9 19.12 Jon 1.5 Mt 27.44
Copyright information for DutKant