Genesis 9:9

13) Maar Ik,

Dat is, wat Mij aangaat, om u van mijnentwege te verzekeren, dat Ik alle mensen en dieren niet meer aldus zal verderven, zo verbind Ik Mij aan u met beloften, en geef u het navolgende teken.

14) zaad na u.

Dat is, met uw nakomelingen, die uit u voortgeteeld en geboren zullen worden; aldus wordt het woord zaad dikwijls genomen. Zie onder Gen. 12:7; Exod. 28:43; Lev. 22:4; Deut. 4:37; 1 Sam. 24:22; 1 Kon. 2:33; Joh. 8:33; Rom. 1:3, Rom. 11:1; 2 Tim. 2:8.

Ge 12.7 Ex 28.43 Le 22.4 De 4.37 1Sa 24.21 1Ki 2.33 Joh 8.33 Ro 1.3 11.1 2Ti 2.8

15) alle vlees

Dat is, alle mensen en wat levend, roerend en gevoelend is op de aarde.

16) uitgeroeid;

Zie boven Gen. 8:21,22. Versta zulk een vloed, waardoor het ganse aardrijk met water bedekt zou worden, tot verderving van alle mensen en beesten, die hun woning op de aarde hebben. Derhalve zijn hier uitgesloten bijzondere watervloeden en overstromingen van landen.

Ge 8.21,22

Genesis 17:4

8) vader van

Niet alleen naar het vlees, als der Isra‰lieten, Isma‰lieten, Idume‰rs, Kethure‰rs, maar inzonderheid naar den geest, als van alle ware gelovigen door de ganse wereld, van welk geslacht en welke natie zij ook mogen zijn; Rom. 4:16,17; verg. boven Gen. 12:2, en de aantekening daarop.

Ro 4.16,17 Ge 12.2

1 Chronicles 28:2

5) stond op zijn voeten,

Met dit opstaan gaf hij te kennen de eer, die hij het woord Gods toedroeg, hetwelk hij van God ontvangen had en der vergadering wilde voordragen. Vergelijk Richt. 3:20.

Jud 3.20

6) een huis der rust

Te weten, den tempel, in welken de ark zekerlijk mocht rusten, zonder voortaan van de ene plaats tot de andere te moeten verdragen worden, gelijk v¢¢r dezen dikwijls geschied was. Zie 2 Sam. 7:1.

2Sa 7.1

7) voetbank der voeten

Aldus wordt de ark des verbonds genoemd, ten aanzien dat de Heere daarop tussen de cherubim zat, 2 Sam. 6:2, en antwoord gaf.

2Sa 6.2

Psalms 35:13

21) zak

Dat is, ik droeg rouw over hen. Zie Gen. 37:34.

Ge 37.34

22) keerde

Dat is, ik herhaalde dikwijls in stilte en bij mijzelven mijn gebed voor hen. Hij wil zeggen dat hij het oprecht en wŠl met hen gemeend heeft. Anders, mijn gebed kere weder in mijnen boezem, of schoot; dat is, mij wedervare zulks, gelijk ik voor hen gebeden heb.

Psalms 41:12

24) weet ik

Of, heb ik gemerkt.

25) juichen

Dat Gij, mij verlossende, mijn vijand de oorzaak van een groot vreugdegeschrei over mijn ondergang [dien hij wenst] beneemt.

Copyright information for DutKant