Hebrews 8:2
3) des heiligdoms, Grieks der heilige; waardoor de hemel, van welken het heilige der heiligen een voorbeeld is geweest, gelijk hierna Hebr. 9:8,12, verstaan wordt; hetwelk van het eerste deel des tabernakels hier wordt onderscheiden, waar de priesters alle dagen ingingen; maar de hogepriester ging maar eenmaal des jaars in het heiligdom of heilige der heiligen, gelijk in het begin van Hebr. 9 nader verklaard wordt. Heb 9.8,12 4) des waren Het woord waren, wordt hier gesteld tegen de schaduwen, gelijk Joh. 1:17. Joh 1.17 5) tabernakels, Gelijk door het heilige der heiligen de hemel wordt afgebeeld, zo wordt door dezen tabernakel verstaan de menselijke natuur van Christus, die daarbij ook wordt vergeleken, Joh. 1:14, en Joh. 2:19 en Hebr. 9:11, en in welke de volheid der Godheid lichamelijk woont, als in zijn tempel of tabernakel, Col. 2:9, die door kracht des Heiligen Geestes is ontvangen en door geen mens is opgericht, en door welker opoffering en bloed van Christus in het heilige der heiligen is ingegaan, hetwelk met Hebr. 8:3 wel overeenkomt. Waarvan Christuts ook een bedienaar kan gezegd worden, omdat hij dezelve zijn menselijke natuur heeft geheiligd tot een bekwame offerande, om daarin de zonden zijns volks te verzoenen, en het werk onzer zaligheid te volbrengen. Zie Joh. 17:19, en hierna Hebr. 9:11, waar dit zo in het brede wordt verklaard. Joh 1.14 2.19 Heb 9.11 Col 2.9 Heb 8.3 Joh 17.19 Heb 9.11
Copyright information for
DutKant