Hosea 7:16

51) keren zich,

Zij lopen vast overal, hier en daar, maar tot mij, bij wien hun heil te zoeken is, komen zij niet; vergelijk onder Hos. 11:7. Of, zij tonen somtijds een schijn van bekering, maar zij bekeren zich niet inderdaad; vergelijk boven Hos. 6:4, met de aantekening. Anders: eenvoudig aldus: Zij bekeren zich niet tot den Allerhoogste.

Ho 11.7 6.4

52) bedriegelijke boog;

Hebreeuws, boog des bedrogs; zie Ps. 78:57 met de aantekening. De zin is: Daar zij zich tot mij behoorden te bekeren, gaan zij geheel andere wegen; daarom varen zij ook, gelijk volgt.

Ps 78.57

53) vorsten vallen door het zwaard;

Zie boven Hos. 7:7.

Ho 7.7

54) gramschap hunner tong;

Dat is, omdat zij mijne profeten, en vervolgens mijzelf, met bitterheid en toornigheid bejegenen; vergelijk Ps. 73:9, of, omdat zij elkander schelden, bitter en scherp toespreken, zo spant samen de een tegen den ander, en brengen zij elkander om hals, gelijk boven Hos. 7:7.

Ps 73.9 Ho 7.7

55) bespotting

Dat is, de oorzaak hunner bespotting.

56) Egypteland.

Waar zij hulp zoeken en groot vertrouwen menen te hebben.

Hosea 11:2

4) gelijk zij henlieden riepen,

Dit is hier ingevoegd tot aanvulling van den zin, passende op het volgende woordje, alzo. Zie Ps. 48:6. De zin is: Hoe meer Mozes en andere vrome dienstknechten Gods de Isra‰lieten riepen om bij hun goeden God te blijven, en Hem aan te hangen, hoe meer zij daarentegen, onder de ogen der vrome profeten, afweken tot alle afgoderij, kerende God en zijnen profeten den rug en het dove oor toe, gelijk men zegt. Vergelijk onder Hos. 11:7, en boven Hos. 4:7.

Ps 48.5 Ho 11.7 4.7

5) hun aangezicht weg;

Van het aangezicht der profeten, die hen tot God riepen.

Copyright information for DutKant