Isaiah 13:20

63) Daar

Te weten in de stad Babel.

64) zal geen woonplaats

Of, men zal er gene zitplaats hebben. Zie Jer. 17:6; te weten, hoewel zij zich anders inbeeldt, vanwege haar grote macht, menende onoverwinnelijk te zijn. Anders: zij zal in der eeuwigheid [dat is, nimmermeer] niet bewoond worden; dat is, zij zal nimmermeer weder in haar vorigen staat komen, te weten nadat zij eens ten gronde zal afgebroken zijn.

Jer 17.6

65) de Arabier

De Arabieren plachten geen vaste woonplaats en blijvende stad te hebben, maar hier en daar te wandelen en in hutten te wonen, zich nederslaande waar zij het beste voeder vonden voor hunne beesten. Dezen, ziende en bevindende dat het land omtrent Babylon zo verwoest en zo ellendig is, dat er geen voedsel genoeg voor hun vee te vinden is, zullen het mijden.

Jeremiah 50:39

97) wilde dieren der woestijnen

Hebreeuws, Tsijm en Jim; het eerste heeft den naam van dorre woeste plaatsen, het andere van eilanden; zie Jes. 13:21,22, met de aantekening.

Isa 13.21,22

98) jonge struisen daarin wonen;

Hebreeuws, struisdochteren. Anders, jonge uilen.

99) verblijf meer hebben in eeuwigheid,

Zie van zulk een gebruik van het Hebreeuwse woord, boven Jer. 17:6.

Jer 17.6

99) bewoond worden

Zie van zulk een gebruik van het Hebreeuwse woord, boven Jer. 17:6.

Jer 17.6

100) van geslacht tot geslacht.

Hebreeuws, tot geslacht en geslacht toe.

Ezekiel 29:11

27) onbewoond zijn.

Zie van het Hebreeuwse woord Jer. 17:6.

Jer 17.6
Copyright information for DutKant