Isaiah 2:2-5

3) in het laatste

Te weten ten tijde der verschijning van Jezus Christus, gelijk het Evangelie door de ganse wereld zal gepredikt worden. Vergelijk Micha 4:1, met de aantekening.

Mic 4.1

4) de berg

Dat is, de berg op welken het huis des Heeren of de tempel gebouwd is; te weten de berg Zion of Moria; en dit is te verstaan van de Christelijke gemeente, die eerst te Jeruzalem is verzameld geweest, ten tijde van Christus en zijne apostelen; doch daarna is zij zeer vermenigvuldigd door den toeloop der heidenen, hetwelk hier wordt te kennen gegeven door het woord toevloeien. Zie Hand. 2:41,47.

Ac 2.41,47

5) op den top

Of, spits. Hebreeuws, het hoofd; dat is, hij zal boven alle andere bergen verheven worden. Dit wordt straks wederom gezegd met andere woorden. Anders: tot een hoofd der bergen.

6) alle heidenen

Dat is, enigen uit alle heidense nati‰n, gelijk blijkt Jes. 2:3.

Isa 2.3
7) van Zijn wegen,

Te weten de manier hoe wij Hem zullen eren en dienen om zalig te worden. Ditzelfde wordt straks wederom gezegd met andere woorden.

8) want uit Sion

Dit zijn de woorden van den profeet, niet der volken.

9) zal de wet

Aldus wordt hier genoemd de leer van het heilige Evangelie. Zie de vervulling hiervan Hand. 8:1,4, en Hand. 11:20, enz., en Hand. 13:2, enz.; zie ook de aantekening Ps. 1:2.

Ac 8.1,4 11.20 13.2 Ps 1.2
10) Hij zal

Te weten de Heere Christus; anders, het, te weten het Woord Gods. Het komt overeen uit, want God regeert in Christus door zijn Woord.

11) bestraffen

Te weten door de predikatie van zijn Woord, dat is, Hij zal hen overtuigen dat zij met hunne zonden den eeuwigen dood verdiend hebben, en dat zij daarvan door geen ander middel kunnen verlost worden dan door Hem.

12) en zij zullen

Of, dan, of zo; dat is, hierdoor zullen zij bewogen worden hunne zwaarden, enz.

13) spaden,

Of, houwelen; een instrument, hetwelk de hoveniers en tuinlieden gebruiken om het onkruid of wortelen uit de aarde te trekken of roeien.

14) sikkelen;

Of, zeisen; of snoeimessen.

15) het [ene]

De profeet wil zeggen dat alle volken, die zich oprechtelijk tot Christus bekeren, met elkander van enen zin zullen zijn in het geloof, zie Hand. 4:32, en dat zij in liefde en enigheid met elkander zullen leven, want uit het geloof volgt de liefde. Vergelijk Jes. 11:6.

Ac 4.32 Isa 11.6

16) geen oorlog

Zij zullen met elkander in Christelijken vrede leven, zonder twist en onenigheid, derhalve zullen zij den krijg niet behoeven te leren.

17) Komt,

Dat is, gij Isra‰lieten, die van Jakob afkomstig zijt. De profeet vermaant de Joden dat zij, achtervolgens het exempel der bekeerde heidenen, hetwelk hij hun heeft voorgedragen, ook de leer des Heeren aannemen zouden.

18) in het licht

Dat is, in de zaligmakende kennis Gods, die uit zijn Woord komende is.

Copyright information for DutKant