‏ Isaiah 21:10

42) O mijn dorsing,

Hier spreekt de profeet het volk Gods aan en noemt het zijne dorsing, of zijn dorsgewas, omdat hij hetzelve voorzegd had, dat het naar Babyloni‰ gevoerd en aldaar gedorst, dat is, gekweld en jammerlijk geplaagd zou worden, gedurende de zeventig jaren hunner gevangenschap. Zie dergelijke manier van spreken Jes. 25:10, en Jes. 41:15; Jer. 51:33; Micha 4:13.

Isa 25.10 41.15 Jer 51.33 Mic 4.13

43) de tarwe

Of, het koren mijns dorsvloers. Hebreeuws, de zoon mijns dorsvloers; zie de aantekening Job 5:7.

Job 5.7

‏ Jeremiah 51:33

83) De dochter van Babel

Dat is, Babel, die een schone wellustige jonkvrouw gelijk is, zal nu behandeld worden als een dorsvloer en het koren daarop.

84) trede;

Of, doe treden; dat is, effen, hard en gelijk make om het koren daarop te dorsen, of dat men ze dorsse. Want de dorsende ossen of runderen treden het koren.

85) weinig,

Te weten, tijd; het zal haast, niet lang uitblijven.

86) oogstes overkomen.

En vervolgens, de dorstijd; versta, den tijd van haar ongeval, door de Meden en Perzen, die haar als vertreden en uitdorsen zouden, gelijk zij Gods volk en anderen tevoren gedaan hebben. Zie Jes. 21:10.

Isa 21.10
Copyright information for DutKant