‏ Isaiah 22:22

71) den sleutel

Als men in de hoven der koningen iemand den sleutel geeft, dat betekent dat hem in zijn dienst macht en autoriteit gegeven wordt. Jes. 9:5 wordt dergelijke manier van spreken van Christus gebruikt, wiens voorbeeld deze Eljakim geweest is; zie ook Openb. 3:7, alwaar deze woorden van den profeet op Christus gepast worden.

Isa 9.6 Re 3.7

72) leggen;

Hebreeuws, geven.

73) hij zal opendoen,

Zie Job 12:14, de aantekening.

Job 12.14

‏ Matthew 16:19

18) sleutelen van het koninkrijk der hemelen;

Dat is, een geestelijke macht, om van Gods wege en in Christus naam te verkondigen den gelovigen en boetvaardigen vergeving hunner zonden, en dat zij deel hebben aan het rijk Gods, en hetzelve door de heilige sacramenten aan hen te verzegelen. En daarentegen, de ongelovigen en onboetvaardigen, dat zij geen deel hebben aan de vergeving der zonden en het rijk Gods, en daarom hen van het gebruik dezer sacramenten te weren en uit te sluiten: welke macht de gemeente, Matth. 18:18, en al den apostelen, Joh. 20:21, ook gegeven wordt. Zie 2 Cor. 10:8.

Mt 18.18 Joh 20.21 2Co 10.8

19) zo wat gij zult binden

Namelijk naar Christus' bevel en voorschrift.

20) zal in de hemelen gebonden zijn;

Dat is, God zal voor vast en bondig houden hetgeen alzo naar zijn bevel door zijn dienaar gedaan zal zijn.

‏ Matthew 18:18

20) al wat gij op de aarde binden zult,

Zie hiervan Matth. 16:19.

Mt 16.19
Copyright information for DutKant