Isaiah 26:2

7) Doet

Met deze woorden vermanen de gelovigen elkander tot aanneming dergenen, die zich tot de gemeenschap der heiligen aanbieden. Vergelijk Ps. 118:19,20.

Ps 118.19,20

8) het rechtvaardige volk

Dat is, het uitverkoren volk Gods, hetwelk door het geloof aan Christus gerechtvaardigd is en alle getrouwheid onderhoudt.

9) de getrouwigheden

Dat is, hetwelk de trouw bestendiglijk onderhoudt, die het God en den mensen heeft beloofd. Anders: hetwelk alle trouw bewaart, of onderhoudt.

James 1:6

23) in geloof,

Dat is, met een vast vertrouwen van verhoord te zullen worden; Mark. 11:22,23,24.

Mr 11.22,23,24

24) niet twijfelende;

Namelijk of hij zal verhoord worden of niet. Of, of God in Zijn beloften getrouw is, of niet. Van dit woord, zie Hand. 10:20, en Hand. 11:12; Rom. 4:20.

Ac 10.20 11.12 Ro 4.20

James 1:8

26) Een dubbelhartig man

Grieks een tweezielig man; dat is, die zijn ziel of hart gelijk als in twee‰n gedeeld heeft tussen God en Zijn begeerlijkheden, en zo beide wil dienen, gelijk de Isra‰lieten hun hart gedeeld hadden tussen de Heere en Ba„l; 1 Kon. 18:21; Hos. 10:2.

1Ki 18.21 Ho 10.2

27) [is]

Dit woordje is staat niet in den Grieksen tekst; waarom sommigen deze woorden hechten aan de voorgaande woorden van het zevende vers, Jak. 1:7, aldus: Als zijnde een dubbelhartig man, enz.

Jas 1.7

28) ongestadig

Dat is, niet alleen veranderlijk van zinnen, maar ook onrustig in zijn gemoed.

29) in al zijn wegen.

Dat is, in al zijn gedachten, raadslagen en handelen, Hebr.

Copyright information for DutKant