‏ Isaiah 28:21

72) Perazim,

Op dezen berg heeft God eertijds de Filistijnen door David geslagen; 2 Sam. 5:20, en 1 Kron. 14:11.

2Sa 5.20 1Ch 14.11

73) Hij zal beroerd

Of, Hij zal bewogen worden; dat is, Hij zal zich vertoornen.

74) [in] het dal

Zie Joz. 10:10, en 1 Kron. 14:16.

Jos 10.10 1Ch 14.16

75) Zijn werk zal vreemd

God is een goedertieren en barmhartig God, die langzaam tot het straffen komt, en derhalve in vergelijking van zijn vorige goedertierenheid en weldadigheid, doorgaans aan zijn volk bewezen, een vreemd werk genaamd wordt.

‏ Jeremiah 18:14

23) om een rotssteen

Dat is, zal men de lieflijke verkoelende sneeuw van den berg Libanon [waarbij zich God vergelijkt] verlaten om een dorren drogen rotssteen des velds; waarbij de afgoden en de afgoderij vergeleken worden?

24) vreemde,

Die uit andere afgelegen bergachtige plaatsen door verholen gangen afvlieten en met kanalen afgeleid worden, en ten laatste in of nabij ene stad, een frisse, koele en zeer aangename fontein maken of uitgeven, zodat het zotheid zou zijn die te verlaten en elders ander water te zoeken. Anders: zullen ook de stromen [te weten die bij de hand of nabij zijn] verlaten worden [om] vreemde, of uitlandse, of schrikkelijk [gelijk het woord vreemd ook genomen wordt Jes. 28:21] koude wateren, die onbekend, ongezond en zeer schadelijk mochten zijn? De mening van Jer. 18:14 [dat verscheidenlijk wordt overgezet] is, dat Gods volk zeer dwaas handelde, verlatende den waren God en godsdienst waarin hun heil bestond, en lopende tot de heidense afgoden om hulp, tot hun eigen verderf.

Isa 28.21 Jer 18.14
Copyright information for DutKant