Isaiah 3:12

32) drijvers

Dat is, strenge regeerders, of onderdrukkers.

33) kinderen,

Dat is, onervaren, hunne lusten volgende, als de kinderen.

34) vrouwen heersen

Dat is, verwijfde mannen, die geen moed hebben.

35) u leiden,

Of, uwe leiders; dat is, uwe leraars en regeerders. Anders: die u gelukzalig achten; of roemen; verstaande zulke predikers, die de lieden kussens onder de ellebogen leggen, roepende: Het heeft geen nood.

36) slokken

Dat is, den weg, dien gij behoort te wandelen, verderven zij, gelijk als die iets verslindt of inslokt; of zij bedekken en verduisteren den weg, gelijk het ingeslokte verborgen en als ingewonden is. Vergelijk Num. 4:20, of zij varen er heel lichtelijk over heen. Vergelijk Job 39:27, met de aantekening.

Nu 4.20 Job 39.24

Jeremiah 50:37

90) zijn paarden en over zijn wagenen,

Het vrouwelijke geslacht [hier merendeels gebruikt] wordt hier twee malen veranderd in het mannelijke; men kan dit duiden op den koning of zijn volk.

91) gemengden hoop,

Krijgslieden en ander gemeen volk uit allerlei nati‰n bestaande.

92) wijven worden;

Moedeloos en weerloos. Alzo onder Jer. 51:30. Vergelijk Jes. 19:16; Nah. 3:13, enz.

Jer 51.30 Isa 19.16 Na 3.13

Jeremiah 51:30

75) gebleven in de vestingen,

Zij zullen geen moed hebben om te veld en den vijand onder de ogen te trekken.

76) wijven geworden;

Zie boven Jer. 50:37, en vergelijk Jes. 3:12.

Jer 50.37 Isa 3.12

77) zij hebben hun woningen aangestoken,

De vijanden, Meden en Perzen.

78) grendels zijn verbroken.

Van huizen en kleine poorten, die bij menigte naar de rivier toe waren, Herodotus, lib. 1.

Copyright information for DutKant