Isaiah 5:29

115) Hun gebrul

Met deze woorden beschrijft de profeet de wreedheid van het volk, hetwelk de Heere tegen de Joden zou zenden om hen te vernielen.

116) ouden leeuw,

Of, fellen, of gruwelijken leeuw.

117) den roof

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk een dier, hetwelk met de tanden en klauwen van een ander dier verscheurd is.

Jeremiah 4:7

22) leeuw

Nebukadnezar, koning van Babel, zal met zijne heirkracht, als een leeuw uit zijn leger en hol, opbreken. Vergelijk Jes. 5:26,27,28,29.

Isa 5.26,27,28,29

23) uw land

O Zion, of Jeruzalem, uit het voorgaande.

Nahum 2:11-12

48) Waar is [nu]

Dir zijn de woorden van den profeet, sprekende in den naam van God, en de overwonnen Assyri‰rs beschimpende.

49) woning der leeuwen,

Aldus noemt de profeet de inwoners van Nineve, die rovers en bloeddorstige mensen geweest zijn, inzonderheid hunnen koningen, vorsten en krijgsoversten; zie Ezech. 19:2,3, met de aantekeningen aldaar, enz. De apostel noemt ook den keizer Nero een leeuw; 2 Tim. 4:17.

Eze 19.2,3 2Ti 4.17
50) worgde voor zijn oude leeuwinnen,

Der leeuwen aard is de dieren, die zij gevangen hebben, te stikken en te versmachten.

Copyright information for DutKant