Isaiah 58:1
Hosea 5:8
21) Blaast de bazuin Hier stelt hun God levendig voor ogen de nakende aankomst van den vijand, wanneer men gewoon is in de naastliggende plaatsen alarm te maken. 22) Gibea, Gibea en Rama lagen beide in Benjamin aan de grenzen van Efram; zie Richt. 19:13. Deze grens-plaatsen zijn ontwijfelijk sterk en wel bezet, en dienvolgens hun toeverlaat geweest. Te Gibea had Saul gewoond, Samul was geboren te Rama, 1 Sam. 1: en 1 Sam. 10:26; zie ook 1 Kon. 15:17,21,22. Jud 19.13 1Sa 10.26 1Ki 15.17,21,22 23) Beth-aven; Zie boven Hos. 4:15. Ho 4.15 24) achter u, Benjamin! Hierop kan men verstaan, is de vijand, of daar is het te doen; te weten in Efram is de vijand doende, en daar begint hij te verwoesten, waarvan in Hos. 5:9. Benjamin lag tussen Juda en Efram; waarvan sommigen deze woorden nemen als ene beschrijving der gelegenheid van Juda, als gelegen in het zuiden achter Benjamin; en dat alzo Juda ook in alarm zou geraken, met trompetten en roepen, gelijk de andere voorzegde plaatsen. Of, men kan het eenvoudig aldus nemen: achter u Benjamin; dat is, Benjamin blaze ook alarm, na, of achter u, om te kennen te geven dat de alarmen van de ene plaats zouden voortgaan tot de andere en elkander volgen. Ho 5.9
Copyright information for
DutKant