Isaiah 65:21
75) zij Te weten mijne knechten, Jes. 65:13. Isa 65.13 76) zullen huizen Dat is, zij zullen met allerlei zegen Gods verheugd worden. Vergelijk Deut. 28:3, enz., en Lev. 26:4 tot Lev. 26:13. Doch onder den tijdelijken zegen, dien God in de wet belooft, moet men hier en elders den geestelijken en eeuwigen zegen verstaan. De 28.3 Le 26.4,13Micah 6:15
47) olijven Hebr. den olijfboom. 48) treden, Dat is, persen. 49) most, Dat is, druiven treden. Verg. Amos 5:11; Zef. 1:13. Am 5.11 Zep 1.13Zephaniah 1:13
49) hun vermogen ten roof worden, Dat is, hun rijkdom. Wat deze dreigementen aangaat, zie daarvan Lev. 26:32; Deut. 28:30. Le 26.32 De 28.30 50) zij bouwen wel huizen, Zie Amos 5:11; Micha 2:2,4, en Micha 3:10,12. Am 5.11 Mic 2.2,4 3.10,12 51) zij zullen ze niet bewonen; Dat is, zij zullen ze niet lang bewonen. Zie Deut. 28:30,39. De 28.30,39
Copyright information for
DutKant