Isaiah 65:3
10) Mij geduriglijk Te weten door hunne afgoderij en gruwelen. Zie Deut. 32:16. De 32.16 11) in Mijn aangezicht, Dat is, openlijk, stoutelijk, onbeschaamd, het tegendeel van Gods verbod; Exod. 20:3. Zie Job 1:11. Ex 20.3 Job 1.11 12) in hoven Te weten onder de groene bomen, naar de wijze der afgodendienaars. Zie Jes. 1:29, en Jes. 66:17. Isa 1.29 66.17 13) op tichelstenen; Dat is, op de afgodische altaren, die van tichelstenen gemaakt zijn, versmadende Gods gouden altaar, dat Salomo had laten maken, 1 Kon. 7:48. 1Ki 7.48
Copyright information for
DutKant