James 3:16-18

50) zuiver, daarna vreedzaam,

Of rein; niet besmet met zodanige heersende gebreken en zonden.

51) bescheiden,

Niet handelende naar het uiterste recht, maar gaarne van hun recht wijkende. Zie Filipp. 4:5.

Php 4.5

52) gezeggelijk,

Dat is, goede onderwijzingen en vermaningen gaarne plaats gevende, en niet hardnekkig op het hunne staande.

53) niet partijdig

Het Griekse woord betekent ook een die niet te nauw een zaak onderzoekt of onderscheidt. De hemelse wijsheid maakt ook wel onderscheid en oordeelt tussen waarheid en onwaarheid, tussen goed en kwaad, 1 Cor. 10:15; 1 Thess. 5:21; 1 Joh. 4:1; Jud.:22, maar oordeelt niet lichtvaardig of te scherp van zijns naasten woorden of werken; hetwelk hier de apostel wil zeggen.

1Co 10.15 1Th 5.21 1Jo 4.1
54) de vrucht der

Namelijk het eeuwige leven. Zie Rom. 6:21,22; Gal. 6:8.

Ro 6.21,22 Ga 6.8

55) wordt in vrede

Dat is, wordt door vrede gezaaid. Of de vrucht der rechtvaardigheid, die in vrede, dat is in de ware gelukzaligheid bestaat, wordt gezaaid, enz.

56) gezaaid voor degenen,

Dat is, weggelegd en bewaard. Zie van deze gelijkenis Ps. 97:11; Gal. 6:8.

Ps 97.11 Ga 6.8

57) die vrede maken.

Of oefenen; dat is, die niet alleen vrede maken tussen twistende partijen, maar ook alle vlijt en middelen aanwenden, om met alle mensen, zo veel het mogelijk is, in vrede te leven.

Copyright information for DutKant