Jeremiah 17:4

13) aflaten

Dat is, den landbouw van Kana„n moeten onderlaten het land zal zijn sabbat of rust hebben. Vergelijk Exod. 23:10,11, en Lev. 26:33,34,35.

Ex 23.10,11 Le 26.33,34,35

14) om u zelven

Dat is, door uw eigen schuld.

15) erfenis,

Te weten, dit land Kana„n.

16) gijlieden

Gij hebt mijn zwaren toorn, en daardoor deze plaag veroorzaakt. Vergelijk boven Jer. 15:14.

Jer 15.14

17) eeuwigheid

Ten aanzien der onboetvaardigen, die het vuur van mijn toorn zullen gevoelen in alle eeuwigheid; anders, een langen tijd, te weten zeventig jaren, gelijk het woord eeuwigheid somtijds genomen wordt; zie Gen. 13:15; Deut. 15:17, enz.

Ge 13.15 De 15.17
Copyright information for DutKant