Jeremiah 46:2

1) Tegen Egypte;

Of, van Egypte, of de Egyptenaars.

2) dat aan de rivier

Of, die, te weten Farao Necho.

3) Frath,

Eufraat. Zie Gen. 2:14; alzo in het volgende.

Ge 2.14

4) bij Karchemis was,

Of, te Karchemis; verstaande zulks van den koning Farao Necho zelf, hebbende zijn leger daaromtrent; alzo het onzeker is of hij ten tijde van Josia, dien hij overwon, deze stad [die Sanherib den Syri‰rs afgenomen had] na de overwinning heeft ingenomen, dan of hij nu wederom met zijn leger daarvoor is geweest om die te winnen, •f van dien tijd af de belegering voortgezet heeft; zie 2 Kon. 23:29; en 2 Kron. 35:20; idem, Jes. 10:9.

2Ki 23.29 2Ch 35.20 Isa 10.9

5) sloeg,

Bij het leven van zijn vader Nabopolassar, nadat Jeremia zulks alles tevoren geprofeteerd had, gelijk volgt; na welke nederlaag de koning van Egypte tehuis bleef, hoewel hij ten tijde van Zedekia nog een tocht voornam, maar tevergeefs;; zie 2 Kon. 24:7, en boven Jer. 37:5,11.

2Ki 24.7 Jer 37.5,11

Jeremiah 46:11

23) Gilead,

Zie Gen. 37:25, met de aantekening.

Ge 37.25

24) haal

Hebreeuws, neem. Zie boven Jer. 37:17.

Jer 37.17

25) balsem,

Om de geslagen wonden te genezen. Vergelijk boven Jer. 8:22, en onder Jer. 51:8.

Jer 8.22 51.8

26) jonkvrouw,

Dat is, gij volk of inwoners van Egypte, die met uwe menigte, macht, weelde en onoverwinnelijkheid praalt, alsof u niemand zou kunnen overweldigen of schofferen, gelijk een jonge dochter praalt met hare schoonheid en maagdelijken staat. VergelijK 2 Kon. 19:21.

2Ki 19.21

27) heling voor u.

Of, pleister. Hebreeuws, opgang, rijzing, opkomen, enz., [zie boven Jer. 30:13,17] zodat al uw medicineren niet helpen zal.

Jer 30.13,17
Copyright information for DutKant