Jeremiah 50:39

97) wilde dieren der woestijnen

Hebreeuws, Tsijm en Jim; het eerste heeft den naam van dorre woeste plaatsen, het andere van eilanden; zie Jes. 13:21,22, met de aantekening.

Isa 13.21,22

98) jonge struisen daarin wonen;

Hebreeuws, struisdochteren. Anders, jonge uilen.

99) verblijf meer hebben in eeuwigheid,

Zie van zulk een gebruik van het Hebreeuwse woord, boven Jer. 17:6.

Jer 17.6

99) bewoond worden

Zie van zulk een gebruik van het Hebreeuwse woord, boven Jer. 17:6.

Jer 17.6

100) van geslacht tot geslacht.

Hebreeuws, tot geslacht en geslacht toe.

Ezekiel 29:11

27) onbewoond zijn.

Zie van het Hebreeuwse woord Jer. 17:6.

Jer 17.6

Ezekiel 29:13-14

30) veertig jaren

Na deze verwoesting, als de monarchie der Babyloni‰rs naar het einde zal gaan.

31) Pathros,

Zie Gen. 10:14.

Ge 10.14

32) koophandels;

Dat is, daar zij hunnen handel plegen te drijven met kopen en verkopen. Anders, verkering, woning. De zin is: Hun vaderland.

33) nederig koninkrijk zijn.

Onder de monarchie der Perzen. Vergelijk boven Ezech. 17:14.

Eze 17.14
Copyright information for DutKant