Job 1:3
7) vee Zie van het Hebreeuwse woord mikneh, Gen. 4:20. Ge 4.20 8) schapen, Het Hebreeuwse woord betekent niet alleen schapen, maar ook geiten, dat is allerlei klein vee, voornamelijk als het tegen grote beesten gesteld wordt. Zie Gen. 12:16, en Lev. 1:2. Ge 12.16 Le 1.2 9) dienstvolk Of, dienstwerk, landbouwerij. 10) die van het oosten. Of, lieden van het oosten. Hebreeuws, kinderen van oosten; dat is, die ten aanzien van Judea oostwaarts woonden. Vergelijk Gen. 29:1; Richt. 6:3, en zie de aantekening. Ge 29.1 Jud 6.3Jeremiah 43:7
5) Tachpanhes. Zie boven Jer. 2:16. Deze plaats wordt gehouden voor dezelfde stad, die bij de heidense schrijvers genoemd is Daphne. Jer 2.16Jeremiah 44:27
46) waken ten kwade Of, wakker zijn; zie boven Jer. 1:11,12. Jer 1.11,12 47) mannen van Juda, Hebreeuws, alle man; zie boven Jer. 4:3. Jer 4.3Ezekiel 16:28
86) gehoereerd Zie boven Ezech. 16:26. Eze 16.26 87) kinderen van Assur, Zie 2 Kon. 16:7; 2 Kron. 28:16. 2Ki 16.7 2Ch 28.16 88) onverzadelijk waart; Te weten van hoereren.
Copyright information for
DutKant