Job 14:4

5) Niet een.

Dat is, niemand kan een mens bekomen, die zuiver en zonder zonde, naar den algemenen loop der natuur, uit een zondigen mens geboren is. Zo bekent hij dat hij mede onrein en zondig was, wensende dat God hem niet minder dan andere boetvaardige zondaren, genadig wilde wezen en hem niet meer dan anderen straffen.

Psalms 51:5

6) ken mijne

Of, ik weet, mijne overtredingen zijn mij bekend.

John 3:6

9) uit het vlees geboren

Dat is, natuurlijkerwijze uit den verdorven mens.

10) vlees; en

Dat is, natuurlijk en vleselijk gezind; Gen. 6:3,5.

Ge 6.3,5

11) geest.

Dat is, geestelijk gezind; Rom. 8:5.

Ro 8.5

Romans 5:12-14

28) Daarom gelijk door

In de volgende verzen verklaart de apostel hoe wij door Christus gerechtvaardigd zijn, met ene tegenstelling van Adam en zijne ongehoorzaamheid, door welke de dood doorgedrongen is over alle mensen, Rom. 5:12,13,14, en daarna hoe Christus' gehoorzaamheid ons daarentegen tot rechtvaardigheid sterkt, Rom. 5:15,16,17,18,19, door Gods toerekening. En dat het daarom niet ongerijmd is, dat wij allen door ‚‚ns mensen gehoorzaamheid gerechtvaardigd worden, alzo wij allen door ‚‚ns mensen ongehoorzaamheid tot zondaars gesteld zijn.

Ro 5.12,13,14,15,16,17,18,19

29) een mens

Namelijk Adam, 1 Cor. 15:21, waaronder ook Eva begrepen is, alzo deze twee ‚‚n vlees waren en een algemene stam van het gehele menselijk geslacht; Ef. 5:31; 1 Tim. 2:14.

1Co 15.21 Eph 5.31 1Ti 2.14

30) in welken allen

Namelijk enen mens, gelijk dit Griekse woord epi voor in, ook elders wordt genomen, Mark. 2:4; Hebr. 9:17, enz., en dit woord in van Paulus ook over deze zaak gebruikt wordt; 1 Cor. 15:22. Of, voorzoveel, of omdat zij allen gezondigd hebben; en dat brengt ook noodzakelijk denzelfden zin mede, want alle mensen die sterven, hebben in zichzelven geen dadelijke zonden begaan, gelijk blijkt in de onmondige kinderen, van wie velen sterven in hunne onmondigheid, en derhalve moeten gezondigd hebben in dezen ‚‚nen mens, in wiens lenden zij waren; gelijk Levi gezegd wordt tienden gegeven te hebben, zijnde in de lenden van Abraham; Hebr. 7:9. Zie hiervan breder verklaring in de volgende verzen, en Job 14:4; Ps. 51:7; Joh. 3:5,6; Ef. 2:3, enz.

Mr 2.4 Heb 9.17 1Co 15.22 Heb 7.9 Job 14.4 Ps 51.5 Joh 3.5,6 Eph 2.3

31) gezondigd hebben.

Namelijk alzo is ook door enen mens Jezus Christus de gerechtigheid en het leven over alle gelovigen gekomen. Gelijk Paulus besluit Rom. 5:18,19.

Ro 5.18,19
32) tot de wet

Namelijk van Mozes gegeven.

33) was de zonde in de wereld;

Dat is, was ook in de wereld, gelijk uit den dood blijkt, Rom. 5:14, die de bezolding der zonde is; Rom. 6:23.

Ro 5.14 6.23

34) niet toegerekend,

Dat is, niet voor zonde gehouden, of gerekend.

35) als er geen wet is.

Waaruit de apostel besluiten wil dat er dan een andere wet is geweest, door welker overtreding alle mensen ook in dien tijd zondaars geweest zijn; en dat niet alleen de wet der natuur, die de onmondige kinderen niet hebben overtreden, maar de wet, die God aan den eersten mens had gegeven, wiens overtreding aan allen, ook zelfs aan de onmondige kinderen, is toegerekend, gelijk Rom. 5:14 medebrengt.

Ro 5.14
36) de dood

Namelijk niet alleen de geestelijke en eeuwige dood, maar ook de lichamelijke, van welken hij in Rom. 5:14 inzonderheid spreekt, omdat die voor allen blijkelijk was; Rom. 8:10; 1 Cor. 15:22.

Ro 5.14 8.10 1Co 15.22

37) die niet gezondigd hadden

Dat is, de onmondige kinderen, die nog geen dadelijke zonden tegen de wet Gods hebben begaan, gelijk Adam en alle volwassenen na hem gedaan hebben, en die evenwel sterven. Waaruit dan blijkt dat zij met de erfzonde besmet zijn.

38) een voorbeeld is

Dat is, een gelijk exemplaar, namelijk dat gelijk Adam, degenen die van hem natuurlijkerwijze geboren zijn, in hem en door hem tot zondaars gesteld heeft, alzo ook Christus alle die door Hem overnatuurlijker wijze herboren worden, in Hem en door Hem tot rechtvaardigen stelt, gelijk de volgende verklaring bewijst.

39) Desgenen,

Dat is, van Christus des beloofden zaads, dat den Satan den kop zou vertreden, Gen. 3:15, op welke belofte de apostel hier schijnt te zien. Want aldaar wordt de tweede Adam beloofd, zo haast de eerst was gevallen.

Ge 3.15

Galatians 2:15

69) Wij zijn

Of, wij Joden van nature, en niet zondaars uit de heidenen, wetende, enz. Wij, namelijk, ik en ook gij, Petrus. Want de apostel verhaalt hier nog, hoe hij Petrus heeft aangesproken.

70) van nature Joden,

Dat is, van afkomst en geboorte, Rom. 2:17,28, en dus geboren onder de wet der ceremoni‰n.

Ro 2.17,28

71) niet zondaars

Dat is, niet van heidense afkomst, welke afgodendienaars waren en grote zondaren, vreemd van het verbond Gods. Zie Ef. 2:11. De apostel wil zeggen: Nademaal wij apostelen, die Joden zijn, onze rechtvaardigmaking niet zoeken in de werken der wet, maar in het geloof van Christus, zo moet men veel min de heidenen leren of noodzaken hunne rechtvaardigheid te zoeken in de onderhouding der wet; Rom. 3:9.

Eph 2.11 Ro 3.9
Copyright information for DutKant