Job 15:30

57) duisternis

Te weten, der ellende en katijvigheden, als hij eenmaal in deze zal gekomen zijn; zie boven, Job 15:22.

Job 15.22

58) vlam

Te weten, der tegenheden en plagen. Alzo Jes. 29:6, en Jes. 43:2; Jer. 48:45; Klaagl. 2:3.

Isa 29.6 43.2 Jer 48.45 La 2.3

59) wijken

Dat is, vergaan en teniet worden. Of, hij zal moeten afhouden van hem, tegen welken hij zich gesteld had; zie boven, Job 15:25.

Job 15.25

60) het geblaas

Dat is, voor Gods toorn; zie boven, Job 4:9, en de aantekening.

Job 4.9

Job 15:34

67) huichelaren

Zie boven, Job 8:13.

Job 8.13

68) het vuur

Te weten, der tegenheden, ellenden en plagen. Alzo wordt het woord vuur gebruikt, Ps. 66:12; Jes. 9:18, en Jes. 26:11; Ezech. 30:8, enz., gelijk het woord vlam, boven, Job 15:30.

Ps 66.12 Isa 9.19 26.11 Eze 30.8 Job 15.30

69) tenten

Dat is, waarin geschenken ontvangen zijn, en die door middel van onbehoorlijke geschenken opgebouwd zijn en onderhouden worden.

Copyright information for DutKant