Job 2:10

23) lippen niet.

Dat is, met zijn woorden, of met zijn spreken, gelijk hij wel daarna niet geheel vrij van deze zonde is geweest. Het woord lip is aldus genomen onder, Job 11:2, en Job 12:20; Spreuk. 7:21, en Spreuk. 12:19, en Spreuk. 24:28, enz. Vergelijk Gen. 11:1, en de aantekening.

Job 11.2 12.20 Pr 7.21 12.19 24.28 Ge 11.1

Job 31:30

56) gehemelte

Dat is, mijn tong of mond.

57) zijn ziel

Dat is, met een vloek te wensen dat hij sterven zou. Anders, mits over zijn ziel een vloek te wensen.

Copyright information for DutKant