Job 20:29

61) deel

Dat is het loon of de straf, den bozen van God naar zijn rechtvaardig oordeel toebescheiden. Alzo onder Job 27:13, en Job 31:2; Ps. 50:18; Jes. 17:14 en Jes. 57:6.

Job 27.13 31.2 Ps 50.18 Isa 17.14 57.6

62) erve

Versta hetzelfde dat recht tevoren een deel genaamd is. Alzo onder, Job 27:13 en Job 31:2.

Job 27.13 31.2

63) zijner

Dat is, van de lasterlijke redenen, die de goddelozen tegen God uitgieten. Anders, zijner uitspraak, van God; dat is van het rechtvaardig vonnis, hetwelk God voorgenomen heeft tegen de goddelozen uit te voeren.

Psalms 61:5

7) hut

Dat is, in uw heiligen tabernakel een lange tijd, en voorts in den hemel, dooe de tabernakel afgebeeld, in alle eeuwigheid. Zie onder Ps. 61:6.

Ps 61.5

8) mijne

Of, toevlucht hebben.

9) verborgene

Dat de Schrift elders verklaart door de schaduw der vleugelen. Zie Ruth 2:12, en boven Ps. 57:2.

Ru 2.12 Ps 57.1

10) Sela.

Zie Ps. 3:3.

Ps 3.2

Isaiah 54:17

59) Alle instrument,

Niemand zal u kunnen hinderen of schaden, maar gij zult het alles overwinnen door Christus, die u liefheeft; Rom. 8:37.

Ro 8.37

60) dat tegen u

Te weten van de vijanden der kerk.

61) tegen u opstaat,

Te weten om met u te twisten of te rechten.

62) verdoemen;

Dat is, overtuigen dat zij u onrecht gedaan en u valselijk aangeklaagd hebben.

63) gerechtigheid

Gerechtigheid is hier zoveel te zeggen als recht, of beschutting en bescherming, die ene vrucht is der gerechtigheid Gods; zie Jes. 48:18. Anderen verstaan hier door gerechtigheid het loon der gerechtigheid, of het recht, dat den knechten des Heeren toekomt, hetwelk dit is, dat Ik hen tegen alle onbillijk geweld beschut en bescherm.

Isa 48.18
Copyright information for DutKant