Job 24:1
1) zouden De zin is, zo God van het begin der wereld af de bozen hier altijd heeft gestraft, gelijk Elifaz boven, Job 22:15,16, gezegd heeft, dat zou openbaar gebleken zijn; maar het is niet gebleken, want het belieft God de tijden zijner straffen te verbergen. Zo is dan het zeggen van Elifaz onvast. Job 22.15,16 2) de tijden Dat is, de straffen, die op zekere tijden, van God bestemd, over de bozen gezonden worden. 3) verborgen zijn, Te weten, voor de mensen. Zie Hand. 1:7. Ac 1.7 4) die Hem kennen, Welke zijn de ware gelovigen en godvrezenden. 5) Zijn dagen Te weten, in welke God hier de goddelozen straft. Zo wordt de dag des Heeren genomen voor den dag in welken Hij zijn oordelen uitvoert; Jes. 2:12, en Jes. 13:6; Jer. 46:10; Jol. 2:11. Vergelijk boven, Job 20:28; Spreuk. 6:34, en Spreuk. 11:4, waar zij genoemd zijn dagen van Gods toorn, wraak en verbolgenheid. Sommigen nemen het in het algemeen van de dagen der vergelding over goeden en kwaden. Isa 2.12 13.6 Jer 46.10 Joe 2.11 Job 20.28 Pr 6.34 11.4 Proverbs 6:34
66) in den dag Dat is, als de gelegenheid zal verschenen of voorgevallen zijn om zich te wreken. Alzo wordt de tijd, in welken God zich wreken wilde tegen de vijanden zijner kerk, genaamd een dag der wraak; Jes. 34:8; Job 20:28, en Job 24:1, en onder Spreuk. 11:4. Isa 34.8 Job 20.28 24.1 Pr 11.4 67) niet verschonen. Te weten, den overspeler. Proverbs 11:4
11) doet geen nut Te weten, den goddelozen. 12) der verbolgenheid; Te weten, der goddelijke verbolgenheid. Zie 2 Kron. 28:13. Dat is, ten tijde als God zijn gramschap bewijst, door zijne straffen over de mensen uit te zenden. Zie Job 20:28. 2Ch 28.13 Job 20.28 13) gerechtigheid Zie boven Spreuk. 10:2. Pr 10.2 Isaiah 13:13
48) Daarom Te weten vanwege den hoogmoed en de goddeloosheid der Babylonirs, Jes. 13:11. Isa 13.11 49) den hemel De zin is: Ik zal zo schrikkelijke straffen over de Chalden en Babylonirs laten komen, dat met reden hemel en aarde zich daarover ontzetten zullen; of dat de Babylonirs zullen menen dat hemel en aarde bewogen worden. 50) den dag Zie de aantekening op Job 20:28. Job 20.28 Lamentations 2:21
117) mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen Die zelfs de wrede soldaten plachten te verschonen. 118) zijn door het zwaard gevallen; Zijn wredelijk omgebracht. 119) Gij hebt ze in den dag Uws toorns gedood, Gij, o Heere, in uw rechtvaardigen toorn. Ezekiel 22:24
38) haar; Jeruzalem en het land Juda, gelijk volgt. 39) gereinigd is, Van goddelozen en goddeloosheid; gij zijt door mijn oordelen en straffen niet verbeterd. 40) [dat] zijn plasregen Of, dat niet beregend is; dat is, dat niet gezuiverd is door mijne straffen; gelijk de plasregen het land pleegt te zuiveren en de vuiligheid weg te spoelen. Anders: [dat] niet beregend zal worden; dat is, gij zult door mijne oordelen bedorven en verteerd worden, en niet verlicht of verkwikt. 41) gramschap. Dat is, mijner straffen. Zephaniah 1:15
56) der verbolgenheid zijn; Te weten, der verbolgenheid des Heeren, gelijk in Zef. 1:18. Dat is, alsdan zal de Heere in zijn toorn vele ellenden en straffen uitgieten. Dit wordt te kennen gegeven met velerlei verscheidene woorden in dit vers. Verg. Jer. 30:5,6,7; Amos 5:18,19,20, en Joel 2:1,2,3,11. Zep 1.18 Jer 30.5,6,7 Am 5.18,19,20 Joe 2.1,2,3,11
Copyright information for
DutKant