Job 26:6
16) hel Versta, alle diepe en verborgen plaatsen, ja ook de hel, welke het gezicht der mensen niet geraken kan. Alzo is het woord scheol genomen, Ps. 139:8. Zie ook Gen. 37:35. Ps 139.8 Ge 37.35 17) voor Hem, Dat is, voor God, die alles door zijn voorzienigheid doorziet en regeert. 18) verderf. Versta, de plaatsen, waarin alle dingen verdorven worden en verloren gaan, en daaronder de plaats der verdoemden. Vergelijk Spreuk. 15:11, en Spreuk. 27:20. Pr 15.11 27.20 Job 28:22
50) Het verderf Hij verdeelt alle plaatsen in drien: in de middelste, waarin de levende mensen zijn, in de hoogste, waarin de vogelen vliegen, en in de onderste, waarin de doden zijn en al wat vergaan is. Vergelijk hiermede boven, de aantekening Job 26:6. Job 26.6 51) Haar gerucht Te weten, der verborgen wijsheid. De zin is dat zij van deze geen kennis hebben, maar alleen een gerucht dat zij in wezen is. Vergelijk boven, Job 28:14. Job 28.14
Copyright information for
DutKant