Job 30:29

67) Ik ben den draken

De zin is dat hij met deze beesten te vergelijken was, ten aanzien van het droevig geschrei, hetwelk hij maakte; want dezen beesten is een ijselijk gehuil toegeschreven; Micha 1:8. De woorden broeder en metgezel betekenen hier een, die met iets ten zekeren aanzien te vergelijken is. Zie Gen. 49:5, en Spreuk. 18:9, en de aantekening.

Mic 1.8 Ge 49.5 Pr 18.9

68) jonge struisen.

Hebreeuws, dochteren der struisen. Alzo Lev. 11:16. Vergelijk Lev. 1:14.

Le 11.16 1.14

Psalms 102:6

11) aan mijn vlees

Dat is, aan mijn vel. Hij wil zeggen: Ik ben zo uitgeteerd dat ik maar vel over been ben. Zie Job 19:20; Klaagl. 4:8.

Job 19.20 La 4.8

12) vanwege

Dat is, vanwege mijn zuchten, dat met geluid en geschrei dagelijks geschiedt.

Copyright information for DutKant