‏ Job 34:20

36) sterven zij;

Namelijk, rijken en armen, edelen en onedelen, sterken en zwakken, en dat als het God belieft door zijn macht, dat niemand wederstaan kan, en naar zijn gerechtigheid, die niemand vermag te wederspreken of te controleren.

37) ter middernacht

Dat is, onverwachts, en als zij zekerst menen te wezen. Zie Exod. 12:29; 2 Kon. 19:35.

Ex 12.29 2Ki 19.35

38) een volk

Dat is, gehele volken worden door Gods kracht en ook rechtvaardiglijk uit hun land, welvaren en staat vervoerd en weggerukt.

39) doorgaat;

Dat is, te gronde gaat.

40) machtige

Hebreeuws, zij nemen de sterken weg; te weten, de engelen of dienaars Gods. Zie boven, Job 4:18.

Job 4.18

41) zonder hand.

Dat is, zonder menselijke hand, en dienvolgens door de kracht Gods.

Copyright information for DutKant