Job 4:19

33) [op] degenen,

Te weten, vertrouwt Hij, namelijk, God. Anders, hoeveel te meer, [verlegt Hij dwaasheid] op degenen, enz.

34) lemen huizen

Hebreeuws, huizen des leems. Versta door deze de lichamen der mensen, die oorspronkelijk uit aarde en slijk gemaakt zijn; Gen. 2:7; 1 Cor. 15:47. Zo worden ook de lichamen bij huizen en woningen vergeleken; 2 Cor. 5:1. Sommigen verstaan het van de aardse woning der mensen gesteld tegen de hemelse woningen der engelen.

Ge 2.7 1Co 15.47 2Co 5.1

35) worden verbrijzeld

Hebreeuws, verbrijzelen; dat is, verbrijzeld worden. Alzo onder, Job 7:3, hebben mij besteld, voor zijn, of worden mij besteld; en Job 34:20, nemen weg, voor wordt weggenomen; Spreuk. 6:30, verachten, voor veracht wordt; Luk. 12:20, zal eisen, voor zal ge‰ist worden, enz.

Job 7.3 34.20 Pr 6.30 Lu 12.20

36) voor de motten.

Hebreeuws, voor het aangezicht ener mot; dat is, zeer haastelijk, eerder en lichter dan een mot verteerd wordt, welke door een kleine aanwrijving verbroken wordt. De woorden voor het aangezicht betekenen hier niet de plaats, maar den tijd, gelijk Gen. 27:7, en Gen. 29:26, en Gen. 36:31. Anderen verstaan daardoor van de motten.

Ge 27.7 29.26 36.31

2 Peter 1:13-14

50) recht te zijn,

Dat is, mijn ambt en uwe zaligheid dat te vereisen.

51) in deze tabernakel ben,

Dat is, in het leven ben, in hetwelk mijn ziel in dit lichaam woont als in een tabernakel, welke haast gebroken zal worden, en waaruit ik haast zal verhuizen. Zie 2 Cor. 5:1.

2Co 5.1

52) opwekke door vermaning;

Dit zegt de apostel, omdat de gelovigen dikwijls traag en slaperig zijn in het betrachten van hun schuldigen plicht, en van node hebben dikwijls door vermaningen daaruit gelijk als opgewekt te worden. Grieks in indachtigmaking.

53) de aflegging mijns

Dat is, mijn dood en afsterven. Zie 2 Petr. 1:13.

2Pe 1.13

54) haast zijn zal,

Grieks haastig is.

55) mij heeft geopenbaard.

De apostel ziet •f op de openbaring, die hem de Heere Jezus gedaan heeft van de wijze van zijn dood, Joh. 21:18,19, •f op een andere openbaring, die hem daarna van den tijd gedaan is door den Heere, die niet is beschreven.

Joh 21.18,19
Copyright information for DutKant