Job 6:15

31) broeders

Namelijk, Elifaz, Bildad en Zofar.

32) als een beek;

Hij neemt een gelijkenis van de beken, welke in den winter, als zij vol zijn en bevriezen, het water, dat zij van den regen en sneeuw hebben, schijnen bij zich te willen houden, om dat in den zomer uit te geven, als zij nodiger zijn, en dan nochtans, door de grote hitte uitdrogende, de hoop er mensen bedriegen. Bij deze wateren vergelijkt Job zijn drie vrienden, omdat hij aan hen, toen hij hen niet grotelijks van doen had, vriendschap gevonden heeft, en scheen dezelve op andere tijden te mogen verwachten, maar daarna in de hitte van zijn tegenspoed weinig troost en hulp van hen heeft verkregen.

Ezekiel 31:12

26) tirannigste der heidenen,

Gelijk boven Ezech. 28:7. Hier volgt een figuurlijke beschrijving van den ondergang der Assyrische monarchie.

Eze 28.7

27) zijn takken vielen op de bergen

Gelijk in het grote nederlagen overal, op bergen en in dalen vol van verslagenen en plundering placht te zijn.

28) des lands;

Of, der aarde.

Ezekiel 35:8

16) uw heuvelen,

O Edom.

17) in dezelve

Of, op bij.

18) liggen.

Gelijk boven Ezech. 6:6.

Eze 6.6
Copyright information for DutKant