John 10:14

25) de Mijnen, en

Namelijk schapen, dat is, mijn uitverkoren gelovigen.

John 10:27

Romans 8:33

94) beschuldiging inbrengen

Namelijk van zonde, of schuld der zonde. Want dat is het waarmede wij door de wet, Joh. 5:45, door onze eigen conscientie, Rom. 2:15, of ook door den Satan, Openb. 12:10, voor God zouden kunnen beschuldigd worden.

Joh 5.45 Ro 2.15 Re 12.10

95) rechtvaardig maakt.

Dat is, die ons van de zonde en straf der zonde vrijspreekt, en volgens dien de beschuldigingen door Zijne vrijstelling voorkomt.

Romans 11:2

7) Zijn volk

Namelijk dat waarlijk Zijn volk was, niet naar het vlees alleen, maar ook naar de belofte.

8) verstoten,

Zie Rom. 11:1.

Ro 11.1

9) gekend heeft.

Dat is, voor de Zijnen erkend en verkoren heeft; Matth. 7:23; Joh. 10:14; Rom. 8:29; 2 Tim. 2:19; 1 Petr. 1:2,20.

Mt 7.23 Joh 10.14 Ro 8.29 2Ti 2.19 1Pe 1.2,20

10) weet gij niet,

Dat is, ik meen dat gij wel weet.

11) van Elia,

Grieks, in Elia; dat is, in de geschiedenis van Elia, die beschreven wordt 1 Kon. 17, en in de volgende hoofdstukken.

12) aanspreekt

Grieks, bejegent, ontmoet; namelijk met woorden.

13) tegen Israel,

Dit kan gevoegd worden, •f met het woord aanspreekt, •f met het woord zeggende; namelijk klagende over den afval der Isra‰lieten.

Ephesians 1:4

8) uitverkoren heeft

Of, uitgelezen, namelijk uit den gemenen hoop der verdorven mensen. Zie Joh. 15:16,19; Rom. 8:29; 2 Thess. 2:13; 1 Petr. 1:1,2, enz.

Joh 15.16,19 Ro 8.29 2Th 2.13 1Pe 1.1,2

9) in Hem,

Namelijk Christus, als ons Hoofd, gelijk in Ef. 1:3 om ons het beeld Zijns Zoons gelijkvormig te maken, Joh. 17:6; Rom. 8:29. Of, door hem, Joh. 15:16,19.

Eph 1.3 Joh 17.6 Ro 8.29 Joh 15.16,19

10) voor de grondlegging

Dat is, van eeuwigheid, gelijk deze wijze van spreken alom genomen wordt. Zie Joh. 17:24; 1 Petr. 1:20. Zie ook Ps. 90:2; Spreuk. 8:23.

Joh 17.24 1Pe 1.20 Ps 90.2 Pr 8.23

11) heilig en

Hieronder wordt ook het ware geloof verstaan, hetwelk nimmermeer zonder heiligheid is, gelijk ook de heiligheid en liefde niet kan zijn zonder het ware geloof; want door het geloof worden onze harten gereinigd, Hand. 15:9; 1 Petr. 1:22. En dat wij ook uit genade in Christus tot het geloof verkoren zijn, blijkt Hand. 13:48; Rom. 8:30; 2 Tim. 1:9; Jak. 2:5.

Ac 15.9 1Pe 1.22 Ac 13.48 Ro 8.30 2Ti 1.9 Jas 2.5

12) onberispelijk

Dat is, niet alleen voor de mensen, gelijk de geveinsden somwijlen voor enen tijd ook zijn, maar oprecht als in Gods tegenwoordigheid. Zie Gen. 17:1; Luk. 1:6. En is deze heiligheid en onberispelijkheid in dit leven wel oprecht, en door de kracht van Gods Geest begonnen, maar zal in het toekomende leven eerst in alle delen volmaakt worden. Zie 1 Cor. 13:9; Ef. 5:27; Filipp. 3:12, enz. Doch is deze onvolkomen heiligheid en onberispelijkheid in Christus Jezus ook in dit leven God behagelijk, en als volkomen van Hem aangenomen, omdat Hij onze gebreken door het geloof in Christus vergeeft en in Christus overziet, Col. 2:10; Hebr. 13:21; 1 Petr. 2:5, enz.

Ge 17.1 Lu 1.6 1Co 13.9 Eph 5.27 Php 3.12 Col 2.10 Heb 13.21 1Pe 2.5

13) in de liefde;

Dit verstaan sommigen van de liefde waarmede ons God liefgehadheeft, en voegen het bij het voorgaande woord uitverkoren. Doch het kan bekwamelijk bij de naaste woorden heilig en onstraffelijk gevoegd worden, en verstaan van onze liefde jegens God en de naasten waarin zich deze heiligheid voornamelijk openbaart. Zie 1 Cor. 13:1, enz.; Gal. 5:6.

1Co 13.1 Ga 5.6

1 Peter 1:2

5) Den uitverkorenen

Hierdoor wordt niet eigenlijk de eeuwige verkiezing, [die door den volgenden titel verstaan wordt] betekend, maar de verkiezing in den tijd uit den algemenen hoop der mensen en inzonderheid der Joden; welke verkiezing in de Schrift anderszins ook de roeping, of de roeping naar Gods voornemen genoemd wordt. Zie Joh. 15:19; Rom. 8:28; 1 Cor. 1:26.

Joh 15.19 Ro 8.28 1Co 1.26

6) naar de voorkennis

Dat is, naar het eeuwig besluit of voornemen. Zie Rom. 8:29, en 1 Petr. 1:20.

Ro 8.29 1Pe 1.20

7) in de heiligmaking

Of door. Want deze verkiezing of roeping bestaat in de heiligmaking van den Geest, en geschiedt door den Heiligen Geest, daar de werking van den Heiligen Geest alleen ons afzondert van den gemenen hoop der verdorvene mensen.

8) tot gehoorzaamheid

Namelijk van het geloof. Want door het geloof gehoorzamen wij het Evangelie van Christus. Zie hierna 1 Petr. 1:22, en Rom. 1:5.

1Pe 1.22 Ro 1.5

9) besprenging des

Dat is, verzoening met God door het bloed van Christus, die wij met het geloof aannemen en waarvan de besprenging met het bloed der offeranden in het Oude Testament een voorbeeld was. Zie Hebr. 9:18, enz. Zo worden hier dan in het kort verhaald al de voornaamste oorzaken onzer zaligheid.

Heb 9.18

10) vermenigvuldigd.

Dit zegt de apostel omdat zij reeds de beginselen dezer genade en vrede hadden ontvangen.

Copyright information for DutKant