‏ John 11:52

52) de kinderen Gods,

Dat is, de uitverkorenen uit alle volken door de ganse wereld; Openb. 5:9.

Re 5.9

53) een zou vergaderen.

Namelijk lichaam, kudde of gemeente; gelijk Joh. 10:16; Ef. 2:14.

Joh 10.16 Eph 2.14

‏ John 17:9

23) de wereld, maar

Dat is, niet voor alle mensen der wereld zonder onderscheid, maar voor de uitverkorenen en gelovigen; Rom. 8:33,34.

Ro 8.33,34

24) Uw.

Zie Joh. 17:6.

Joh 17.6

‏ John 17:20

52) hun woord in

Dat is, mijn woord door hen gepredikt.

‏ Revelation of John 5:9

21) nieuw lied, zeggende:

Dat is, van een nieuw maaksel en van een nieuwen inhoud, gelijk Ps. 33:3; Jes. 42:10.

Ps 33.3 Isa 42.10

22) met Uw bloed,

Grieks in uw bloed; dat is, door of met.

Copyright information for DutKant