John 16:13

23) zal gekomen zijn,

Dat is, na mijne hemelvaart over u zal uitgestort zijn.

24) al de waarheid

Namelijk die u nodig zal zijn te weten tot uitvoering van uw ambt, alzo dat gij dezelve niet alleen zult weten, maar ook in het leren derzelve niet zult kunnen dwalen; Matth. 28:19.

Mt 28.19

25) van Zichzelven

Dat is, alleen, zonder den Vader en mij. Zie Joh. 5:30.

Joh 5.30

26) gehoord hebben,

Namelijk van den Vader en van mij. Zie Joh. 3:32, en Joh. 15:15.

Joh 3.32 15.15

Acts 9:22

29) overtuigde de

Grieks maakte de Joden confuus, of beschaamd, of verwarde de Joden.

30) bewijzende, dat deze de Christus is.

Het Griekse woord betekent een bewijs, dat geschiedt door samenvoeging of vergelijking, namelijk van de voorzeggingen der profeten met de vervulling derzelve in den persoon van Christus.

2 Peter 1:21

76) de profetie is

Dat is, de profetische leer.

77) door de wil eens mensen,

Dat is, door menselijk goeddunken of ingeven, zoals zij als mensen gewild en goed gevonden hebben.

78) mensen Gods

Zo worden de profeten en leraars genoemd, omdat God deze mensen in Zijn huis en tot Zijn dienst bijzonder gebruikt. Zie 2 Kon. 1:9, enz.; 1 Tim. 6:11, en 2 Tim. 3:17.

2Ki 1.9 1Ti 6.11 2Ti 3.17

79) van den Heilige Geest

Namelijk den Heiligen Geest, den Geest der waarheid, die hen in alle waarheid heft geleid, gelijk deze den apostelen ook beloofd wordt; Joh. 15:26, en Joh. 16:13.

Joh 15.26 16.13

80) gedreven zijnde,

Dat is, door een bijzondere en buitengewone openbaring van den raad Gods opgewekt en aangedreven, om deze den mensen bekend te maken.

81) gesproken.

Namelijk haar profetische leer, en deze ook in geschrift gesteld en ons nagelaten.

Copyright information for DutKant