John 8:34-36

52) doet, is een

Dat is, die de zonde over zich laat heersen, en gelijk als zijn werk maakt van zondigen; Rom. 6:17; 1 Joh. 3:8; 2 Petr. 2:19.

Ro 6.17 1Jo 3.8 2Pe 2.19
53) eeuwiglijk in het

Dat is, gelijk een slaaf geen recht heeft om in zijns heren huis altijd te blijven of zijn erfgenaam te zijn, overmits hem de heer mag uitstoten of aan anderen verkopen; alzo zullen ook in het huis Gods niet blijven degenen, die slaven der zonde zijn, maar alleen de ware kinderen Gods.

54) waarlijk vrij zijn.

Of, inderdaad.

Copyright information for DutKant