Joshua 15:1-2

26) Hebron

Velen houden het er voor dat Kiriath-Arba is genoemd geworden Hebron, naar Hebron, den zoon van Kaleb, die 1 Kron. 2:42, genoemd wordt de vader Hebron.

1Ch 2.42

27) die

Arba is de naam van een man, van welken de stad haar naam heeft.

28) een groot mens

Zo ten aanzien zijner macht en autoriteit als der grootte van zijn lichaam: en groot onder de Enakim; dat is, de grootste onder hen, alzo ook Luk. 1:28.

Lu 1.28

29) het land rustte

Te weten, nadat Jozua aan Kaleb de stad Hebron gegeven en Kaleb dezelve had ingenomen; maar niet in dien tijd toen Kaleb haar van Jozua begeerde, Joz. 14:12, want toen was Hebron en nog vele landen te winnen.

Jos 14.12
1) landpale,

Te weten, de zuiderlandpale.

2) de tong af,

Men meent dat het een arm is, die van het land tongsgewijze uitstak in de Zoutzee; alzo ook Jes. 11:15; of een inhoek der zee, die als een tong in het land ging.

Isa 11.15
Copyright information for DutKant