Judges 14:10-11
22) een bruiloft, Het Hebreeuwse woord betekent in het algemeen een maaltijd, doch is hier te verstaan van een bruiloftsmaal. 23) zij hem zagen, Te weten, de Filistijnen van Thimnath, die wat bijzonders in Simson uit zijn gelaat en wezen gemerkt hebbende, achterdenken kregen, en derhalve onder schijn van eer door dit bijgevoegde gezelschap [dat zij door de bruidsvrienden met glimp konden beschikken] op hem deden letten. 24) namen zij dertig metgezellen, Dat is, zij namen en brachten. Zie Gen. 12:15. Ge 12.15 John 2:1-2
1) derden dag Namelijk na Zijn vertrek naar Galilea, waarvan Joh. 1:44 gesproken wordt. Joh 1.43 2) in Galilea; Dat is, gelegen in Galilea, omtrent drie uren gaans van Nazareth. Het wordt alzo genaamd om te onderscheiden van een ander Kana, gelegen bij de grenzen van Fenici, in den stam van Aser, Joz. 19:28. Jos 19.28 3) genood, en Grieks geroepen.
Copyright information for
DutKant