Judges 14:15
33) zevenden dag, Na de eerste drie dagen bevindende dat zij met hun eigen verstand en arbeid niets waren gevorderd, schijnen zij de zaak van tijd tot tijd bij Simsons vrouw sterker aangebonden te hebben, totdat het op den zevenden dag, door hun dreigementen en de listigheid van zijn vrouw, gelukt is. Anders, zeven dagen, verstaande daardoor een deel van de zeven dagen. 34) Overreed uw man, Leid, lok hem, met beweeglijke woorden en manieren van doen; dit betekent eigenlijk het Hebreeuwse woord. 35) het onze te bezitten; Hebreeuws, om ons te erven, of erfelijk te bezitten. Ons, dat is, ons goed, omdat zij boven de schande de schade zouden hebben van het lijnwaad en de klederen. 36) is het zo niet? Anders, of niet? Isaiah 50:4
12) De Heere HEERE Dit spreekt de Heere Christus, of de profeet in Christus' naam, en versta hier door den Heere HEERE God den Vader. 13) der geleerden Dat is, dergenen,die Gods woord wel naarstiglijk geleerd hebben en die door zijnen Geest geregeerd worden. Zie Matth. 10:19,20. Mt 10.19,20 14) met den moede Dat is, met dergenen, die in hun gemoed verslagen zijn, die troost en verkwik ik. Zie Matth. 11:28. Mt 11.28 15) ter rechter tijd Het Hebreeuwse woord, dat hier gebruikt wordt, betekent zoveel als iets ter rechter of ter bekwamer tijd spreken of doen. 16) Hij wekt Dat is, Hij maakt mij geduriglijk mijn ambt indachtig door de inwendige werking van zijn Heiligen Geest, en Hij maakt mij gewillig om zijnen wil te doen. 17) allen morgen, Hebreeuws, in morgenstond in morgenstond. 18) Hij wekt Mij Dat is, Hij maakt dat Ik zijn woord gaarne hoor en hetzelve recht versta, Hij onderwijst mij naarstiglijk als een meester zijnen discipel, mij leerzaam en onderdanig makende. 19) gelijk die Dat is, met vlijt en aandacht, gelijk zij doen, die wensen en begeren geleerd te worden. Jeremiah 20:7
15) overreed, Of, verlokt, bepraat, bekout, gelijk men zegt. Enigen verstaan dit van zijn beroep en den last hem gegeven; vergelijk boven Jer. 1:6,7, en zie van het Hebreeuwse woord Richt. 14:15, en vergelijk onder Jer. 20:10. Hetzelfde woord wordt gebruikt van het rechtvaardig oordeel van God, in het overreden der valse profeten; Ezech. 14:9, zie aldaar. Jer 1.6,7 Jud 14.15 Jer 20.10 Eze 14.9 16) overmocht; Vergelijk de manier van spreken met Jer. 20:10. Jer 20.10 Matthew 3:4-6
6) kleding van kemelshaar, Zodanige ruige klederen droegen eertijds de profeten in het Oude Testament. Zie Zach. 13:4; Hebr. 11:37, gelijk van Elia in het bijzonder betuigd wordt, 2 Kon. 1:8, in wiens geest en kracht Johannes de Doper gekomen was; Mal. 4:5; Luk. 1:17. Zec 13.4 Heb 11.37 2Ki 1.8 Mal 4.5 Lu 1.17 7) sprinkhanen en wilde honing. De sprinkhanen zijn in die landen groot en veel, en worden aldaar onder de geringe lieden gegeten, gelijk zij ook onder de reine spijzen gesteld worden; Lev. 11:22. Le 11.22 8) belijdende hun zonden. Deze belijdenis van de zonden is geen oorbiecht geweest, daar denzelve voor den doop, in het algemeen en in het openbaar geschiedde. Matthew 3:11
12) met water tot bekering; Grieks: in het water. 13) die na mij komt Of achter mij, Joh. 1:15,27. Joh 1.15,27 14) wiens schoenen ik niet waardig ben [Hem na] te dragen Dat is, den allerminsten of slechtsten dienst te doen. 15) die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen Johannes onderscheidt hier zijn uiterlijken doop van den inwendigen doop van Christus, waarmede Hij onze harten door zijnen Geest zuivert, gelijk het vuur de metalen van alle schuim en onreinheden. Zie dergelijke Joh. 3:5, en Hand. 1:5, en Hand. 2:4. Joh 3.5 Ac 1.5 2.4 Matthew 11:28
36) die vermoeid Of, tot vermoeidheid arbeidt. 37) belast zijt, Namelijk met den last der zonden, of ook der wet en der menselijke inzettingen.
Copyright information for
DutKant