Judges 14:19
41) vaardig over hem, Vergelijk boven, Richt. 14:6. Jud 14.6 42) Askelonieten, Hebreeuws, Askelon; dat is, die van Askelon, gelijk boven, Richt. 1:27, enz. gelegen aan de grenzen van Dan, over de beek Sorek, aan de Middellandse zee; toebehorende aan de stammen van Juda en Simeon, maar door de Filistijnen bewoond. Zie boven, Richt. 1:18. Jud 1.27,18 43) gewaad, Wat zij hadden aangehad, en hij hun afgetogen had. 44) wisselklederen aan degenen, Zie boven, Richt. 14:12. Jud 14.12 45) vaders huis. Verlatende voor een tijd zijn vrouw. Zie Richt. 15:1. Jud 15.12 Samuel 21:20
45) Gath; Een vermaarde stad der Filistijnen, gelegen aan de Middellandse zee. 46) zeer lang man, Hebreeuws, een man van mate; dat is, bovenmate groot. Vergelijk Num. 13:33. Nu 13.33 47) die zes vingeren had Hebreeuws, de vingers zijner handen en de vingers zijner voeten [waren] zes en zes, vier en twintig [in] getal.2 Samuel 21:22
50) vielen Gelijk Goliath ook tevoren van David was omgebracht, 1 Sam. 17, die hier ook is geweest hun hoofd en voorganger, waarom hem mede toegeschreven wordt hetgeen zijn knechten gedaan hebben. Anders, en; dat is, te weten. 51) knechten. Dat is, zijner officieren en helden.
Copyright information for
DutKant