Judges 19:13

21) Gibea of te Rama vernachten.

Deze beide steden waren op bergen niet ver van Jeruzalem noordwaarts gelegen, op den weg naar het gebergte Efra‹ms, waar deze Leviet te dien tijde woonde; zie Richt. 19:1.

Jud 19.1

1 Samuel 10:26

1 Kings 15:17

31) Rama;

Een stad, gelegen in den stam Benjamins, omtrent de grenzen van het koninkrijk Isra‰ls, en op den weg naar Jeruzalem. Zie van deze stad breder Richt. 4:5.

Jud 4.5

32) opdat hij

Hebreeuws, om niet toe te laten den uitgaande en den komende tot Asa, enz. Versta van Benjamin, Efra‹m, Manasse en andere nabijgelegen stammen, uit welke, als velen zagen dat Asa den zuiveren godsdienst behartigde, zijn tot hem overgekomen, om den Heere te Jeruzalem naar zijn woord te dienen, 2 Kron. 15:9; om dit te beletten heeft de koning Baesa zijn stad Rama laten sterk maken. Vergelijk hierbij boven, 1 Kon. 12:26,27, enz.

2Ch 15.9 1Ki 12.26,27

1 Kings 15:21-22

43) Thirza.

Zie van deze stad boven, 1 Kon. 14:17.

1Ki 14.17
44) liet de koning

Hebreeuws, deed gans Juda horen.

45) vrij,

Hebreeuws, onnozel, onschuldig, zuiver; dat is, niemand mocht enige ontschuldiging voortbrengen om te mogen achterblijven; welverstaande, geen bedaagde manschap, die in dit werk gebruikt kon worden, niet verhinderd zijnde door ziekte, ouderdom, uitlandigheid, of openbare ambten, waarover de gecommitteerden des konings oordelen moesten.

46) Geba-benjamins,

Een stad in den stam van Benjamin, aan de grenzen van Efra‹m op een heuvel gelegen, Joz. 18:24, den Levieten toege‰igend, Joz. 21:17, is ten tijde des konings Josia de noordpale geweest van het koninkrijk Juda, 2 Kon. 23:8.

Jos 18.24 21.17 2Ki 23.8

47) Mizpa.

Zie van deze stad Richt. 11:11.

Jud 11.11
Copyright information for DutKant