Judges 20:8

21) niet gaan,

Versta, tenzij wij eerst zullen hebben gedaan, hetgeen in het volgende verhaald wordt.

Judges 20:11

25) verbonden als een enig man.

Hebreeuws, gezellen, vergezelschapt, samengevoegd.

1 Samuel 11:7

11) zond ze in alle landpalen van Isra‰l

Te weten, de stukken der ossen, opdat de Isra‰lieten die ziende, gedenken zouden, wat schade hun zou overkomen, zo zij weigerden Saul in dezen tocht te volgen.

12) boden,

Hetzij van de boden der Jabesieten, of anderen, die hij daartoe verkoren had.

13) Samuel,

Samuel wordt hier bijgevoegd, omdat hij als richter en profeet mede is getogen, om dit ontzet te doen, gelijk blijkt 1 Sam. 11:12; inzonderheid dewijl Saul in het rijk nog niet openlijk bevestigd was.

1Sa 11.12

14) de vreze des HEEREN op het volk,

Dat is, een vrees, die de Heere hun aanjoeg.

2 Samuel 19:14

25) hij het hart

Te weten, David. Sommigen duiden het op Amasa.

26) als van een enigen man;

Dat zij zo eendrachtig waren als een enig man. Zie Richt. 20:1.

Jud 20.1

Ezra 3:1

1) zevende maand

Genoemd Thisri, passende eensdeels op onzen September, eensdeels op October. In deze maand werd het loofhuttenfeest gehouden; Lev. 23:24; Num. 29:12.

Le 23.24 Nu 29.12

2) aankwam,

Hebreeuws, aanraakte.

3) als een enig man,

Zie Richt. 20:1.

Jud 20.1

Nehemiah 8:1

22) het volk,

Zie Ezra 2:70.

Ezr 2.70

23) Isra‰l,

Dat uit de Babylonische gevangenis was wedergekeerd.

1) zevende maand

Zie Ezra 3:1.

Ezr 3.1
Copyright information for DutKant