Judg 4:6, 10, 5:2 | DutKant | STEP | 11) Kedes Nafthali; Een stad in Nafthali, Joz. 19:32,37. Geordineerd tot een vrijstad, Joz. 20:7; mede den Levieten gegeven, Joz. 21:32; zie ook 2 Kon. 15:29. Zij was gelegen op een berg tussen de wateren van Merom en de zee Gennesareth. Een ander Kedes was er in Issaschar, 1 Kron. 6:72. 12) Heeft de HEERE, Alsof zij zeide: Immers, of zekerlijk heeft Hij het u geboden. Zulk een manier van vragen bevestigt zekerlijk hetgeen vraaggewijs gezegd wordt; alzo onder, Richt. 4:14, en Richt. 6:14, enz. 13) trek op de berg Versta: trek tot u, dat is, vergader tot u, breng tezamen, doe tot u komen; gebruikende daartoe de redenen, die ik u nu heb bekendgemaakt, en de hulp der oversten onder de stammen; vergelijk onder, Richt. 5:14. Waartegen God in Richt. 4:7 zegt: Ik zal Sisera tot u trekken. 14) Thabor, Gelegen in den stam Zebulon, naar het westen, bij de beek Kison; zie Ps. 89:13; 1 Sam. 10:3; Jer. 46:18; Hos. 5:1.

‏ Judges 4:6

11) Kedes Nafthali;

Een stad in Nafthali, Joz. 19:32,37. Geordineerd tot een vrijstad, Joz. 20:7; mede den Levieten gegeven, Joz. 21:32; zie ook 2 Kon. 15:29. Zij was gelegen op een berg tussen de wateren van Merom en de zee Gennesareth. Een ander Kedes was er in Issaschar, 1 Kron. 6:72.

Jos 19.32,37 20.7 21.32 2Ki 15.29 1Ch 6.72

12) Heeft de HEERE,

Alsof zij zeide: Immers, of zekerlijk heeft Hij het u geboden. Zulk een manier van vragen bevestigt zekerlijk hetgeen vraaggewijs gezegd wordt; alzo onder, Richt. 4:14, en Richt. 6:14, enz.

Jud 4.14 6.14

13) trek op de berg

Versta: trek tot u, dat is, vergader tot u, breng tezamen, doe tot u komen; gebruikende daartoe de redenen, die ik u nu heb bekendgemaakt, en de hulp der oversten onder de stammen; vergelijk onder, Richt. 5:14. Waartegen God in Richt. 4:7 zegt: Ik zal Sisera tot u trekken.

Jud 5.14 4.7

14) Thabor,

Gelegen in den stam Zebulon, naar het westen, bij de beek Kison; zie Ps. 89:13; 1 Sam. 10:3; Jer. 46:18; Hos. 5:1.

Ps 89.12 1Sa 10.3 Jer 46.18 Ho 5.1

‏ Judges 4:10

20) en hij toog op,

Anders, deed tien duizend man nevens zich optrekken. Hebreeuws, met, nevens, of, aan zijn voeten; dat is, die hem volgden, zijn voetstappen natraden. Zie Exod. 11:8; 1 Kon. 20:10.

Ex 11.8 1Ki 20.10

‏ Judges 5:2

1) wreken der wraken

Omdat Hij zich en zijn volk volkomenlijk gewroken heeft aan zijne en zijns volks vijanden.

2) in Isral,

Anders, voor, of door Isral.

3) volk zich gewillig heeft aangeboden.

Zebulon en Nafthali. Zie boven, Richt. 4:10, en onder, Richt. 5:18. Met nog enige andere stammen. Zie onder, Richt. 5:14,15.

Jud 4.10 5.18,14,15