‏ Leviticus 12:2

1) zaad gegeven,

Versta hierdoor de ontvangenis des mensen, in het lichaam van de moeder, die niet alleen van den man, maar ook van de vrouw voortkomt. Want het woord betekent zaad geven en voortbrengen; Gen. 1:11,12; vergelijk Hebr. 11:11.

Ge 1.11,12 Heb 11.11

2) volgens de dagen

Dat is, gelijk zij zeven dagen onrein is in haar maandstonden, onder, Lev. 15:19, zo zal zij ook zeven dagen onrein zijn, wanneer zij gebaard heeft.

Le 15.19

3) afzondering

Zo genoemd, omdat zij in den tijd van haar stonden afgezonderd moest wezen van het gezelschap der mensen, om door niemand aangeroerd te worden, dan met conditie dat de mensen, die haar of de dingen die haar lichaam raakten, mitsgaders die deze aanroerden, zekeren tijd voor onrein moesten gehouden worden. Zie onder, Lev. 15:19,20,21, enz.

Le 15.19,20,21

‏ Leviticus 15:24-25

20) zekerlijk

Hebreeuws, liggende gelegen heeft.

21) haar gelegen heeft,

Hebbende haar vloed, doch buiten weten van den bijligger, want wetens en willens bij ene maandstondige te slapen, was op lijfstraf verboden; onder, Lev. 20:18.

Le 20.18

22) afzondering

Dat is, haar maandstonden; zo genoemd omdat zij gedurende dezelve van het gezelschap der mensen afgezonderd werd.

23) op hem zij,

Dat is, dat hij met haar maandstonden besmet werd.

24) tijd harer afzondering,

Versta, den gewonen tijd van haar maandstonden.

25) boven hare afzondering,

Dat is, langer dan zij gewoon was.

Copyright information for DutKant