‏ Leviticus 16:21

32) leggen,

Hebreeuws, steunen. Zie boven, Lev. 4:4.

Le 4.4

33) die voorhanden is,

Hebreeuws, eens getijdigen; dat is, zekere, bekwame man, die bij de hand is, of den tijd heeft, of gewoon is daartoe gebruikt te worden.

Copyright information for DutKant