Leviticus 17:3-4
2) Een ieder van het huis Israls, Hebreeuws, man man; dat is, een ieder, wie hij ook zij; alzo boven, Lev. 15:2, en onder, Lev. 17:8,10. Le 15.2 17.8,10 3) in het leger Welverstaande, buiten den voorhof des tabernakels, gelijk Lev. 17:4 uitwijst. Le 17.4 4) slachten zal, Te weten, om dezelve den Heere te offeren, gelijk klaarlijk blijkt uit Lev. 17:4. Le 17.4 5) het bloed zal Dat is, men zal hem daarvoor houden, alsof hij onnozel bloed vergoten had. Zie de reden hiervan onder, Lev. 17:11. Le 17.11 6) man uit het midden Zie Gen. 17:14, en onder, Lev. 18:29. Ge 17.14 Le 18.29
Copyright information for
DutKant