‏ Leviticus 2:14

23) gedord,

Of, gezengd, geschroeid.

‏ Leviticus 23:10

10) garf der eerstelingen

Het Hebreeuwse woord betekent het tiende deel van een efa; Exod. 16:36. Hierom schijnt een schoof ook zo genoemd te zijn, omdat men een tiende deel van een efa uit een schoof kon dorsen.

Ex 16.36
Copyright information for DutKant