‏ Leviticus 21:14

25) verstotene, of ontheiligde hoer,

Zie boven, Lev. 21:7.

Le 21.7

‏ Numbers 30:9

16) weduwe,

Wier man, toen zij haar gelofte deed, overleden was, zodat zij, haarzelve geworden zijnde, de macht had gelofte te doen, zonder iemand er over te kennen.

17) verstotene:

Versta, een vrouw, die, een scheidbrief ontvangen hebbende, van haar man verlaten is; alzo Lev. 21:7. Deze was ook haarzelve, omdat de man haar van het recht en gebied, hetwelk hij over haar had gehad, door de scheiding ontslagen had. Hierom moesten zulke geloften standgrijpen.

Le 21.7

‏ Ezekiel 44:22

51) Ook zullen zij zich geen weduwe of verstotene tot vrouwen nemen;

Vergelijk Lev. 21:13, enz. Deze ordinantie wil zeggen dat Gods dienaars stichtelijk en den Heere zullen huwelijken, vermijdende hetgeen de eer en waardigheid van hun dienst zou mogen verduisteren, of een onstichtelijke huishouding veroorzaken; vergelijk 1 Tim. 3:2,4; idem 1 Cor. 7:39, en 1 Cor. 9:5.

Le 21.13 1Ti 3.2,4 1Co 7.39 9.5
Copyright information for DutKant